vrijdag 27 december 2013

Op weg naar Europees zeebaars beheer


Nadat de Europese Commissie in mei 2012 voor het eerst openlijk haar zorgen uitsprak over de neergang van de Europese zeebaars bestanden, en ICES verzocht om tot een kwantitatief advies te komen voor een vangstbeperking, heeft 2013 een stroom van nieuwe inzichten en ontwikkelingen opgeleverd.


De populatie op een absoluut dieptepunt

Om te beginnen, de trieste vaststelling dat de Europese zeebaars populatie met maar liefst 1/3 is afgenomen en dat het huidige bestand het laagst is van de afgelopen 20 jaar. En hoewel overbevissing de voornaamste oorzaak is, krijgen de zeebaars bestanden nog een extra klap, in dit geval van moeder natuur. De relatief strenge winters van afgelopen jaren zorgden voor hoge sterfte van jong zeebaars gebroed, met als gevolg een aantal weinig succesvolle voortplantingsjaren. Het advies van ICES aan de Europese Commissie voor 2014 is een vangstreductie van 36%. Een goed toegankelijke samenvatting van dit advies, specifiek voor de Noordzee gebied vind je hier. De drastische terugval van de zeebaars bestanden hebben veel media aandacht opgeleverd in geheel Europa, van zowel landelijke dagbladen, zoals The Guardian in Engeland tot zo’n beetje alle vissport magazines, websites en blogs.



Van quotum naar beheer

Eindelijk zullen velen zeggen, eindelijk lijkt het nu toch door te dringen dat het volledig misgaat met de zeebaars en dat er nu toch echt iets moet gebeuren. Maar het aloude mantra van een zeebaars quotum lijkt echter verlaten. De EAA (European Anglers Alliance) en de meeste EU lidstaten streven een duurzaam beheer na in plaats van een maximum toegestane vangsthoeveelheid (TAC) die vervolgens weer vertaald wordt in quota per land. In het overzicht van de EU quota 2014  voor de diverse vissoorten ontbreekt de zeebaars, wat door de EAA op haar facebook pagina  op 1 november wordt toegejuicht met de volgende zin: "We are happy that a sea bass TAC is not proposed. EAA prefers - like the majority of EU Member States - that, at this point in time, improved and new technical measures is what is (urgenty) needed to address the decline in sea bass stocks, not a TAC"

De EAA heeft een paper opgesteld met een set van maatregelen die samen de contouren van een Europese zeebaars beheer moeten vormgeven, waaronder onder meer een verbod van de winter visserij in de paaigebieden, sluiting opgroeigebieden, beperking van de fly-shoot visserij en verhoging van de minimum maat.

Dit paper heeft navolging gekregen middels een position paper opgesteld door Sportvisserij Nederland voor de Nederlandse regio. Een goed overzichtsdocument waarin onder  meer het economische belang van de sportvisserij op zeebaars wordt besproken evenals de beheersmaatregelen die SVN nastreeft voor onze regio. De Nederlandse politiek heeft inmiddels positief gereageerd op het lobbywerk van SVN, en de staatssecretaris heeft na kamer vragen gezegd dat er een Nederlands zeebaars beheerplan komt. De position paper van Sportvisserij Nederland is hier op de site van SVN te vinden.


Kijken naar Amerika, maar Europa is complexer

Positieve ontwikkelingen dus die hopelijk eindelijk zullen leiden tot een herstel van de Europese zeebaars stand. Maar helaas is het zover nog lang niet. Er wordt in de diverse betogen voor zeebaars beheer vaak een vergelijking gemaakt met de striped bass in Amerika. De grotere neef van de Europese zeebaars en een meer dan fantastische sportvis. De vergelijkingen met de striped bass gaan dan vaak over succesvol zeebaars beheer, en over de financiële betekenis van de soort als sportvis. Eind jaren ’70 stortte de striped bass populatie volledig in, voor 100% te wijten aan continue overbevissing. De Amerikaanse overheid nam maatregelen en stelde een herstelplan op, waarin onder meer verhoging van de minimum maat, baglimits, quota en een totaal vangstverbod voor diverse gebieden.  Dit leidde tot een zeer succesvol herstel, maar herstel kost tijd, en voordat het zover was waren er vele jaren verstreken.

De vergelijking met de striped bass is inderdaad een goede vergelijking, maar de Amerikaanse situatie was en is veel minder complex dan de Europese situatie met haar diverse nationaliteiten en culturen. Als we even inzoomen op bijvoorbeeld een toon aangevend land als Frankrijk wordt dat snel duidelijk.

Net zoals dat geldt voor de Amerikaanse striped bass, is het financiële belang van de zeebaars als sportvis enorm, en vele malen hoger dan de waarde als commerciële soort. In het genoemde position paper van SVN wordt dit helder uiteengezet. De recreatieve waarde van de zeebaars als sportvis is al erg hoog in Nederland, maar in een zeebaars mekka land als Frankrijk is die nog vele malen groter. Die waarde wordt gevormd door onder meer de verkoop van hengelsport materiaal, sportvis boten, maar ook door professionele zeebaars gidsen die er met klanten op uit trekken om te genieten van deze fantastische hengelsport beleving. En al die zeebaars toeristen moeten eten drinken en slapen, en zorgen voor een boost van de lokale economie.

Deze Franse zeebaarsgidsen vormen de - smalle - top van de moderne zeebaars visserij in Frankrijk; respect voor de soort, kennis en kunde en C&R wordt gepropageerd. Maar zoals gezegd, dit is slechts de smalle top, het overgrote deel van de Franse sportvissers vist nog veelal voor de pan en al dan niet illegale verkoop; ICES geeft niet voor niets herhaaldelijk aan dat het de hoeveelheid zeebaars gevangen door Franse sportvissers niet te onderschatten is.

Een treffende illustratie is een Frans debat dat is gestart door het Franse Ultimate Fishing, de Europese verdeler van tal van top merken en de club achter de roemruchte rode Tenryu hengels. Ultimate Fishing opende een discussie mbt vangst beperkende maatregelen voor sportvissers. Nou, dat hebben ze geweten, zo’n beetje alle Franse sportvisserij federaties en verenigingen keerden zich fel tegen deze ideeën, en Ultimate Fishing zag zich genoodzaakt om allerlei verklaringen te geven over het waarom van deze discussie. Met andere woorden, de Franse sport federaties zijn nog ver af van het inzien dat beperking en beheer niet alleen van de beroepsvisserij moet komen. De stelling name van Ultimate Fishing, dat ook sportvissers een verantwoordelijkheid hebben mbt een gezond zeebaars bestand, kan ik persoonlijk echter alleen maar toejuichen, en dragen hopelijk bij tot een cultuuromslag van een grote groep sportvissers. Jammer dat alleen deze Franse verdeler in de bres lijkt te willen springen en dat de vele andere grote merken en verdelers in Europa niets van zich laten horen.


De sleutel voor effectief Europees beheer ligt in Frankrijk

Velen beschouwen Frankrijk dan wel als het meest toonaangevende land voor de zeebaars sportvisserij, maar in Frankrijk ligt ook de sleutel voor een effectief Europees zeebaars beheer. Die sleutel ligt bij de Franse politiek. Het zijn de Fransen die dwarsliggen om tot een Europees beheerplan te komen, de Fransen willen naar een TAC en quota, waarbij vervolgens de Fransen -gebaseerd op historische vangsthoeveelheden- een groot deel van die quota toegewezen zouden krijgen. De Franse overheid geeft dus nog immer prioriteit aan de commerciële en niet aan de grotere recreatieve waarde van de zeebaars.  

In de Europese politiek ruziën de Fransen hier over met onder meer de Engelsen en Ieren. De Engelsen en Ieren zijn van mening dat het Franse betoog voor een zeebaars TAC en quota niet fair is, ze stellen dat zij al beheermaatregelen hebben genomen (Engeland heeft een verbod ingesteld op het vissen in de opgroei gebieden en in Ierland is zeebaars al hoofdzakelijk een sportvis), en dat het nu de beurt is van Frankrijk om daadwerkelijk effectief beheer te ondersteunen. Er lijkt op dit moment nog geen zicht op een compromis, en ondertussen gaat het massale wegvangen van grote scholen zeebaars gewoon door.




Het is geen vrolijk verhaal voor eenieder die getroffen is door het zeebaars sportvirus, maar we doen er helaas niets aan. Ik ben van nature geen zwartkijker, maar ik zie er op korte termijn niet veel van komen. En als er een Europees zeebaars beheer compromis wordt bereikt, dan is het nog niet gezegd dat dit onmiddellijk in werking treedt. We zullen het de komende jaren met minder baarzen moeten doen, en nadat een politiek compromis is bereikt zal het nog jaren duren voordat herstel merkbaar is. Maar om wat positiever af te sluiten, in 2013 is een breed gedragen inzicht ontstaan in zowel de politiek als in de media dat het zo niet verder kan en dat er echt iets moet gebeuren. En er gaat ook wat gebeuren, zowel op regionaal Nederlands als op Europees gebied, maar de vraag is wanneer....                                         

dinsdag 29 oktober 2013

Het blijft vissen

Vrijwel alle voorgaande jaren vormde het naseizoen, met name de maanden September en Oktober, het absolute hoogtepunt van het zeebaarsseizoen. Volgevreten gretig jagende zeebaarzen, beresterk en in top conditie, die met grote felheid achter je kunstaas aan zitten. Vaak leidde dat tot een geweldige visserij, maar helaas gaat dat dit jaar niet op, althans niet bij mij. Vanaf medio September leek het seizoen letterlijk als een nachtkaars uit te gaan. Mijn Oosterschelde (kant)stekken leken verlaten, en op een enkele baars na volgde blank na blank. En niet alleen bij mij, ‘collega’ sportvissers die zo’n beetje in hetzelfde Oosterschelde gebied actief zijn als ik hadden stuk voor stuk dezelfde ervaring. Nou is het zo dat mijn zeebaars sessies in Oktober gereduceerd zijn tot veelal een enkele sessie in het weekend, maar toch, dat is niet heel veel anders dan andere jaren.


Het is inmiddels bijna November, en hoewel de water temperatuur met zo’n 13 a 14 graden nog prima is, lijkt het toch ver gedaan te zijn. Mijn laatste gevangen baars, nog een die van de oppervlakte kwam,  dateert al weer van zo’n 2 weken terug. En hoewel ik van plan ben om nog een enkele poging te gaan wagen, zou deze baars zo maar eens de laatste van het seizoen geweest kunnen zijn. Tja, ik had het graag anders gezien, maar het is niet anders. Maar niet getreurd, het is maar hobby en ook als je niets vangt zijn een paar uurtjes aan de waterkant een welkome afwisseling van een hele week op kantoor. En ja, blanks horen er ook bij; immers, het blijft vissen.

maandag 9 september 2013

Slowly

Weinig wind afgelopen weekend, en met name zaterdag viel die ook nog eens regelmatig helemaal weg, zodat de Oosterschelde er uit zag als een grote rimpelloze spiegel. Hmm, tijd voor een subtiele aanpak dus; niet te veel rumoer in het water maken en behoedzaam te werk gaan. Eerlijk gezegd verwachtte ik er niet al te veel van, maar na een paar worpen toch duidelijk wat beweging bij mijn plug, maar geen aanbeet. Even later wederom hetzelfde, ander plugje proberen, maar ook dat gaf geen resultaat.


Nadat dit zich een paar keer herhaalde, de walk-the-dog nog verder vertraagd; tergend langzaam binnen draaien en de plug een dito langzame zig-zag op het wateroppervlak laten maken, met af en toe stop-and-go. De plug wordt dan als een 'net niet dood' aasvisje rustig met de getijde stroom mee gevoerd. Dit bleek de gouden greep, de zeebaarzen vielen de pluggen nu wel aan, en nog behoorlijk agressief ook. Uiteraard was niet alles raak en werden er ook wat baarzen gemist, maar in 2 sessies toch een 7-tal baarzen weten te vangen; 4 van rond de 40cm, 2 exemplaren van circa 50cm en de grootste van het weekend mat 55cm. De vangende plugjes waren de Patchinko 100, een "gemodificeerde" Sammy 100, en de Superspook Jr. 



zondag 1 september 2013

Een stekje in de luwte

Er stond zaterdag een fiks briesje uit het Noordwesten, bij de stek aangekomen waar ik in eerste instantie van plan was om te gaan vissen, was het me allemaal net wat te ruw.  Een fikse golfslag met witte schuimkoppen op het water. Het verraste me enigszins, het waaide harder dan ik had ingeschat en ik had niet het materiaal meegenomen voor deze condities. Daarom besloten om verder te rijden naar een stek waar ik de wind schuin van achter zou hebben, en dus enigszins in de luwte zou kunnen vissen. Een verschil van dag en nacht bij deze stek, slechts een lichte golfslag en er liep een mooie stroming. 


Na een minuut of 10 een eerste kolk achter de plug, en even later wederom wat kolken, nog geen aanbeet, maar er zat in ieder geval baars. Na een paar keer van plug gewisseld te hebben was het raak, een baars van 50cm op de 'good old' Sammy 100. Op dezelfde plug zouden er nog 2 volgen van zo'n 40cm. Ook diverse missers, maar goed, dat hoort er nu eenmaal bij. Nadat het een kwartiertje stil was volgde nog een baars op de Chihuahua 110, die ver van de kant op de plug klapte. 


Helaas wist ik de grootste van de dag niet te vangen; een lichte rimpeling achter de plug, de aanbeet en vervolgens een gierende molen slip, alsof er een locomotief met mijn plug vandoor ging, geen houden aan. Maar ja, de baars schoot de diepte in, waar de bodem bezaaid ligt met stenen en grove oesterbedden, de lijn schuurt naar alle waarschijnlijkheid langs de scherpe rand en pats, afgelopen, weg baars en weg plug. Tja, daar is helaas weinig tegen te doen. Maar goed, met 4 gevangen baarzen en dito missers, op een stek die niet mijn eerste keuze was, was het toch weer een geslaagde dag. 


zondag 25 augustus 2013

Wie het kleine niet eert...

Weer terug van vakantie en de eerste werkweek zit er inmiddels al weer op. Vrijdagavond voor het eerst weer in de gelegenheid om naar de waterkant te rijden voor een (korte) zeebaars sessie. Na een half uurtje gooien een kolkje achter de Patchinko 100, even niets, en vlak bij de kant werd de plug alsnog aangevallen. Even een paar korte snokken en los, maar goed, dit schept in ieder geval wat vertrouwen. Een minuut of 5 later wederom leven in de brouwerij, wat gespetter achter de plug en hangen. Even later een kleine baars aan de kant. Er volgde een half uurtje met regelmatig beet; echter nogal wat missers, maar ook een aantal gelande baarsjes. 



Het begon stilaan te schemeren en de aanbeten namen duidelijk af. De Patchinko werd verwisselt door een Ima Skimmer, en tot mijn verbazing volgde wederom aanbeet na aanbeet; 'verandering van spijs doet eten' was hier zeker van toepassing. Nog even in het donker door gevist, en de aanbeten bleven komen. Ik had geen lampje bij me, en het werd me allemaal net wat te link op de gladde stenen zonder licht, dus uiteindelijk maar gestopt. Al met al een 8-tal baarsjes weten te landen en zeker een 10-tal gemist. Het waren echt allemaal kleinere baarzen, een enkeling tikte de 40cm aan, maar de meesten waren kleiner, de kleinste niet veel groter dan mijn  plug. De vele aanbeten, en de felheid waarmee sommigen van deze baarzen zich op de plug storten maken echter veel goed, al met al een mooie avond gehad met volop actie aan het wateroppervlak. 



Vanmorgen nog met Charles op stap geweest; een 3-tal stekken aangedaan, gevist met zowel duikende als oppervlakte pluggen, echter geen enkele aanbeet gehad. Tja, het kan verkeren.

zaterdag 27 juli 2013

Met regelmaat een baars

Afgelopen week een paar maal aan de waterkant gestaan, mooie zomeravonden, waarbij het aan het water prima toeven is. Iedere sessie werden wel een of meerder baarzen gevangen, al waren ze niet allemaal even groot. Over het algemeen was er weinig wind, de ene keer iets meer dan de andere. Afhankelijk van de stek, stroming en wind werden diverse pluggen gebruikt. De mooiste zeebaars van afgelopen week, een baars van 63cm, viel voor de Z-Claw van Gan Craft, en zorgde voor een mooi oppervlakte spektakel. Ik heb de Z-Claw al een wat jaartjes in mijn bezit, en zet deze ook zo nu en dan eens in, maar dit was eigenlijk de eerste keer dat ik er mee mooie baars mee wist te verschalken. Uiteraard waren er ook de nodige missers, dat hoort er bij de oppervlakte visserij nou eenmaal bij; zoals bij een sessie samen met Charles, Charles ving een 50+ baars op de Frosty, en voor mij bleef het bij slechts een aantal kolken en missers. 



Vanmorgen vroeg, voor de naderende regen, nog een 2-tal uurtjes gevist; het werd een waar scholenbaars festijn, de scholenbaarsjes storten zich iedere keer als ware kamikazes op de plug, soms zelfs met z'n tweeën tegelijk. Ik weet niet meer hoeveel ik er heb gevangen, ben gewoonweg de tel kwijt geraakt, maar het waren er nogal wat. Al met al een leuke zeebaars week achter de rug. Van mij mag de zomer nog heel lang duren. 



vrijdag 12 juli 2013

Op de Skimmer

Na eerder deze week een avondje met oppervlaktepluggen in de weer te zijn geweest, wat resulteerde in een aantal kolken en wat missers, besloten om vanavond met de oppervlaktepluggen op herhaling te gaan. Na het werk snel naar huis, snel gegeten en naar de Oosterschelde gereden. Het werd een mooie avond, met 6 gevangen baarzen en een 4-tal missers, en allemaal op de Ima Skimmer. De gevangen baarzen waren tussen de 40 en 45 cm, op een uitzondering na, een uitzondering die er zijn mocht.



Geen kolken en schijnaanvallen van deze zeebaars, maar in een keer boem vol op de plug. Onmiddellijk voel je dat het een krachtpatser van jewelste is; je voelt de power van een grove baars, en zeker met het materiaal waar ik vanavond mee viste. Na een mooie dril waarbij de baars zich zo maar niet gewonnen gaf, werd ze uiteindelijk toch geland. Een pracht exemplaar van 75 cm, voorzichtig gelift met mijn BogaGrip die 11 lbs, oftewel krap 5 kg, aangaf. Nou is mijn BogaGrip verre van een geijkte weegschaal, maar een redelijk goede gewichtsindicatie geeft die zeker. Deze mooie dame was verbluffend snel hersteld van haar avontuur en zwom vrij vlot weer weg toen ik haar in het water hield bij het terugzetten. Het gebuikte materiaal vanavond: Yamaga Blanks Ballistick 81/12 (cw 6-21 gram) icm Shimano Vanquish C3000. 

zondag 7 juli 2013

Een late start

Het is begin Juli en na het uitzonderlijk koude voorjaar lijkt het zeebaars seizoen dan nu toch langzaam maar zeker op stoom te komen. Na een paar vergeefse pogingen in Mei, door allerlei omstandigheden in Juni helaas niet aan vissen toegekomen. Een enigszins late start dus, maar sinds vorig weekend er weer twee keer op uit getrokken. Het viel me nog niet mee, een drietal baarsjes van krap 40cm op de plug is de oogst tot nu toe. Maar goed, alleen al aan de waterkant staan met dit fraaie zomer weer is al de moeite waard om vroeg uit bed te komen. Al vang ik liever ook een paar mooie 50+ baarzen J , maar wat niet is kan nog komen, het seizoen is nog lang.



donderdag 9 mei 2013

Nog even geduld

De zeewater temperatuur, afhankelijk van het meetpunt, schommelt nu zo rond de 10 graden, en loopt daarmee nog altijd achter op het gemiddelde voor begin mei van de afgelopen jaren. De hoogste waarden worden gemeten rondom het lage water, en op plaatsen waar zoet water de zee instroomt, zoals bij de Maasmond bij Hoek van Holland, wordt bij laag water al bijna de 13 graden aangetikt. Dit zijn ook typisch de plaatsen waar ieder jaar de eerste baarzen vanaf de kant worden gevangen. 


Voor het Oosterschelde estuarium is het een kwestie van nog een paar weekjes geduld hebben, als we nog een aantal dagen mooi en warm voorjaarsweer krijgen dan kan het binnen nu en 2 weken zomaar raak zijn. Vanmorgen tegen beter weten in even staan gooien; eerlijk gezegd meer om mijn nieuwe hengel eens aan de tand te voelen dan de illusie te hebben om al zeebaarzen te vangen. Het was heerlijk om in het zonnetje weer eens aan de waterkant te staan. Alles is klaar voor het nieuwe seizoen, een paar graadjes C bij de water temperatuur erbij en we kunnen gaan beginnen. 

zondag 14 april 2013

Megabass Vision 110; wat een plug!


De Megabass Vision 110 is met recht een over de gehele wereld zeer gerespecteerde plug, en zonder meer ook een top plug voor de Europese zeebaars. In de herfst van het jaar 2000 werd deze plug door Megabass op de markt gebracht, in eerste instantie gericht op de black bass visserij in de US, maar al snel werd deze plug ook ingezet voor de zeebaars visserij over de gehele wereld. Er zijn de afgelopen jaren vele reviews over deze plug geschreven, om er een paar te noemen, kijk bijvoorbeeld maar eens <hier> en <hier>.


De Vision 110 werd een ongekend succes verhaal, en door de jaren heen zijn er zoveel verschillende kleurstellingen gekomen dat zo’n beetje iedere kleur variant die je kunt bedenken er wel is. Succes betekent ook dat er gekopieerd wordt, en tal van andere merken proberen een graantje mee te pikken door regelrechte (goedkopere) kopieën op de markt te brengen. Enfin, verschillende kopieën zullen best goede pluggen zijn, maar geef mij de originele exemplaren maar.


Megabass maakt uiteraard zelf ook gebruik van hun eigen succes verhaal en heeft vele varianten op die allereerste Vision 110 gemaakt; om er een aantal te noemen zonder overigens compleet te willen zijn: de Magnum SP (grotere versie), de High Floater (geoptimaliseerd voor twitchen); de Vision 110+1 (langere lip, duik diepte tot ca 2,75 m), de Silent Riser (een stille variant), en vrij recent ook een FX versie (met beweegbare lip zoals de FX9) en een Vision 110 Junior, een kleinere versie die qua formaat tussen de Vision 95 en 110 zit.


Ik vis vrijwel uitsluitend met de zoutwater (SW) Visions, die voor mij al verschillende seizoenen uitstekende baarzen verleiders zijn, en afgelopen seizoen was de Vision 110 mijn absolute top plug. Wat een plug, geweldige actie, blijft stabiel in hard stromend water, blijft mooi op diepte lopen, en hoewel er beslist pluggen zijn waarmee grotere werp afstanden zijn te behalen, zijn de werpeigenschappen van de plug eveneens meer dan acceptabel, eigenlijk gewoon goed. Maar het belangrijkste, de pluggen leveren zeebaars op. De Vision 110 is in ieder geval een plug die aankomend seizoen wederom veelvuldig zal worden ingezet.

zondag 24 maart 2013

Mijn allround spinhengel voor het komende seizoen


Ik vis met verschillende spinhengels, waarbij er een paar bedoeld zijn voor specifieke omstandigheden en/of pluggen waar ik mee vis. Ik ben prima voorzien voor zowel de lichtere als zwaardere spinning visserij voor zowel duikende als oppervlakte pluggen, voor het meer allround spinning werk in principe ook, maar daar zocht ik toch nog een extra hengel voor.


Wat een allround spinhengel voor de zeebaars visserij is, is naar mijn mening erg persoonlijk, het hangt er een beetje van af op welke stekken en met wat voor kunstaas je meestal vist. Daarnaast kun je gewoon simpelweg een voorkeur hebben voor wat langer of korter, lichter of zwaarder etc. Ieder zijn mening en voorkeur, en wat mij betreft is ‘goed’ of ‘fout’  hier nauwelijks van toepassing. Voor mij persoonlijk is een allround (pluggen) spinhengel er een in de medium klasse met een lengte van zo rond de 2.70m en een relatief snelle actie. Met een dergelijke hengel ben ik in staat om met het grootste deel van mijn pluggen te vissen, onder normale omstandigheden, en op de meeste van mijn stekken.


De keuze mogelijkheden voor een dergelijke spinhengel zijn overweldigend groot,  er is een ruim aanbod in diverse prijsklassen, en zeker als je over de Nederlandse grenzen heen kijkt naar bijvoorbeeld het enorme aanbod in Japan. Om een keuze te maken, ga je dan ook het beste uit van de specs en de prijsklasse die je voor ogen hebt, en vervolgens begint je zoektocht naar opties die je interessant vind, om vandaar uit je keuze te maken. Wat ik voor ogen had, was een spinhengel met een lengte van circa 2.70m, laag eigen gewicht, medium klasse, bestand tegen het zoute water, en uiteraard moest de ‘looks’ van de hengel mij aanstaan. Verder wilde ik niet de hoofdprijs betalen, dus zeker geen exclusieve dure spinhengel.



Ik kwam in mijn zoektocht toch uit bij een aantal Japanse brands. Een op dit moment gunstige bijkomstigheid van het bestellen van een hengel in Japan is dat de Japanse Yen al een tijdje op zijn laagste punt sinds 2 jaar balanceert. En dat scheelt al snel zo’n 20% met pakweg een jaar geleden. Na het zoeken en bestuderen van Internet verslagen en reviews en wat op en neer gemail met een aantal mensen in Japan, uiteindelijk mijn keuze gemaakt. Eerder deze week kwam een stevige verzendkoker vanuit Japan binnen, met daarin mij Palms Shore Gun SFGS-89M. Deze hengel van Angler’s Republic past naadloos mijn wish specs lijstje; de Shore Gun is ontwikkeld voor het zoute water, lengte 2.67m, cw 10-35gr, snelle actie, en heeft een laag eigen gewicht van 157 gram. Daarnaast is de hengel afgewerkt met Fuji K-guides en met zoutwater bestendige hoogwaardige kurk. En hoewel een combinatie van eenvoud en functionaliteit de doelstelling was in de ontwikkeling van deze hengel, ziet de Shore Gun er naar mijn mening zonder meer gelikt uit. De donkere grijze kleur past mooi bij het kurk en geeft de hengel in combinatie met de relatief dunne blank een mooie ‘looks’. 


Vanuit de specs en het gevoel dat de hengel me geeft als ik die in mijn handen heb, dan lijkt de Shore Gun een bijzonder goede prijs-kwaliteit verhouding te hebben. Het enige wat nog rest is deze hengel uitgebreid aan de tand voelen aan de waterkant, en er hopelijk een paar mooie zeebaarzen mee drillen. Al kan dat nog wel een aantal weekjes duren met het huidige koude winterse weer wat maar niet lijkt te willen wijken.

vrijdag 15 maart 2013

Het nut van het bijhouden van zeebaars statistieken


Meten is weten” en “kennis is macht”, om maar eens met een paar clichés te beginnen. Inderdaad veel gebruikte uitspraken, maar waar wel een grote kern van waarheid in zit. En zeker ook in de zeebaars visserij is kennis een belangrijke factor. Kennis van stekken, getijden,  en weersomstandigheden zijn enorm belangrijk om de keuze te maken met betrekking tot waar je wanneer gaat vissen. Althans, wanneer je tenminste je kans op het vangen van zeebaars zo groot mogelijk wilt maken.  Het internet met zijn ontelbare vis sites, forums en blogs zijn natuurlijk een belangrijke bron om kennis te vergaren, maar dat is zeker niet voldoende. Een veel belangrijker aspect is het vergaren van kennis door middel van het opdoen van ervaring. Hoe vaker je gaat vissen, en hoe meer jaren je vist, hoe groter je ervaringskennis wordt.

Nou kun je met die ervaring op verschillende manieren om gaan, wat velen doen, is die ervaring als het ware opslaan in hun hoofd.  En naarmate de jaren vorderen weet men dan min of meer instinctief onder welke omstandigheden, met welk getij een bepaalde stek veel of weinig kans op het vangen van zeebaars oplevert. Niks mis mee natuurlijk en zoals gezegd, de meeste zeebaars vissers zullen dit zo doen. Echter, persoonlijk ben ik van mening dat er meer uit al die ervaring gehaald kan worden. De basis daarvoor is om een logboek bij te houden, het op papier bijhouden van een eenvoudig statistisch overzicht. Dit is erg simpel, na iedere zeebaars sessie schrijf je kort een aantal dingen in je overzicht, ook als je niks vangt, het enige wat nodig is, is om dit consequent na iedere sessie te doen en om dit jaar na jaar vol te houden. Slechts 5 minuten werk, en je bouwt een schat van data op die na een aantal jaren hun vruchten afwerpen.


Ik houd zelf sinds 2006 alles bij; na iedere sessie noteer ik kort in een excel document een aantal karakteristieken van die bewuste sessie. Je kunt dit uiteraard ook gewoon met pen en papier doen, maar ik vind excel wat handiger. Per sessie vul ik in: datum – wind (bijv ZW3) – weer (bijv.zwaar bewolkt, regen, of felle zon etc) – temperatuur (bijv 20 gr C) - zeewater temperatuur (ik kies steevast Oosterschelde 4 van de waterdata van Rijkswaterstaat) – vis tijdstip (bijv van 1900-2100) – Getij (bijv HW 2130) – Springtij/Doodtij (bijv 2 dagen voor Springtij) – stek – vangst – opmerkingen (zeer kort verslagje van de vis sessie, vaak niet meer dan 2 zinnen). Wellicht zullen sommigen zeggen, dat onthoud ik allemaal zo ongeveer wel, en inderdaad, in Juli weet ik ook wel waar/wanneer ik in Mei en Juni ben gaan vissen. Maar als ik de najaren van afgelopen 7 seizoenen met elkaar wil vergelijken, en proberen daar een bepaalt patroon uit te halen, dan heb ik toch echt mijn statistieken nodig.

En er zijn echt diverse patronen uit je statistieken van een aantal jaren te halen. Bijvoorbeeld bepaalde stekken die onder bepaalde weersomstandigheden een grotere kans opleveren, of net andersom, of stekken die rondom Doodtij waardeloos zijn en stekken waarbij ook bij Doodtij een gerede kans is op succes, stekken die alleen in het donker baars op lijken te leveren, en nog vele andere voorbeelden. Hoe meer data, hoe beter de patronen te onderscheiden zijn waarmee je je voordeel kunt doen.  

Echter, er is een grote “maar”; zeebaars is nog al eens onberekenbaar en verrast je soms keer op keer. Ik “luister” vaak, maar niet altijd naar mijn statistieken. Een goed voorbeeld is afgelopen zomer ergens in Augustus, prachtig zonnig weer, Oosten windje en doodtij. Ik besloot  te gaan vissen en naar een stek te rijden waar je gewoon lekker in het zonnetje staat met de wind in je gezicht. Volgens mijn statistieken zou de kans op zeebaars op die stek met dit weer op dit tijdstip van de dag nagenoeg nihil zijn. En wat blijkt, laat nou net deze dag een fantastische sessie opleveren, met meer dan 10 gevangen baarzen. Het was overigens de enige uitzondering dit jaar, want vervolg sessies op deze stek met min of meer vergelijkbare omstandigheden leverden helemaal niets meer op. En hoewel mijn statistieken hun “gelijk” toonden voor die vervolg sessies, was die ene dag in Augustus de typische uitzondering, zo zie je maar weer hoe onberekenbaar zeebaars kan zijn.  


Hoe dan ook, ik heb in ieder geval baat bij het bijhouden van mijn zeebaars statistieken. Het helpt me om bepaalde patronen en trends te onderscheiden, maar tegelijkertijd levert het ook weer vragen op, want zeebaars is een blijft een onberekenbare vissoort. Maar dat is nou net een van de kenmerken die deze visserij zo boeiend maakt.

zaterdag 23 februari 2013

Xorus Patchinko 100


De Xorus Patchinko is een van de meest vermaarde oppervlakte pluggen in Engeland en Frankrijk, en krijgt ook in Nederland steeds meer aanhangers. Hoewel ik uit de Xorus stal persoonlijk de Frosty prefereer, is de effectiviteit van de Patchinko onomstreden. In 2010 kwam er een kleine Patchinko variant op de markt, de Patchinko 100, ook wel  ‘baby Patchinko’ genoemd. De Patchinko 100 is met zijn 10cm niet echt klein te noemen, maar door zijn zeer slanke vormgeving oogt de plug toch wat kleiner dan bijvoorbeeld een Sammy 100. Deze slanke vormgeving uit zich ook in het gewicht, want het plugje weegt slechts 11 gram.


In eerste instantie was ik eerlijk gezegd niet van plan een Patchinko 100 aan te schaffen, ik was wat sceptisch over wat deze plug aan meerwaarde zou bieden. Volledig onterecht overigens wat later wel zou blijken. Vanwege diverse goede vangsten met dit plugje door een aantal mede sportvissers, in de zomer van 2011 dan toch een Patchinko 100 aangeschaft. Aan het eind van dat seizoen een paar keer mee gevist, en het plugje beviel me buitengewoon goed. Ondanks zijn 11 gram werpt de Parchinko 100 formidabel, en zijn respectabele afstanden te bereiken. Daarnaast is er erg goed mee te variëren, en kunnen de diverse oppervlakte visserij technieken vrijwel zonder uitzondering worden toegepast.


In het afgelopen seizoen is de Patchinko 100 wat vaker ingezet, en hoewel het niet het beste seizoen was voor de oppervlakte visserij, bleek dit plugje bijzonder effectief. Ik wissel tijdens mijn visserij frequent van kunstaas, en met name in September en Oktober kwamen op de Patchinko 100 duidelijk meer aanbeten, kolken en volgers dan op andere oppervlakte pluggen. Met name een zeer slow retrieve, dus zeer langzaam binnendraaien, in combinatie met een zeer snelle en korte zigzag beweging van de plug trok de aandacht van de zeebaarzen. Het leverde een aantal magnifieke aanbeten op, met als hoogtepunt een geweldige avond sessie in September waarin dit plugje keer op keer werd belaagd.


Het design van de Parchinko 100 is identiek aan dat van zijn grote broer, maar er is naast afmeting en gewicht, nog een opmerkelijk verschil, en dat is de geluidsdrager. Daar waar de Patchinko 140 uitgerust is met diverse geluid producerende kogels voor zowel lage als hoge tonen, is de Patchinko 100 slechts uitgerust met een klein kogeltje (‘single knocker’) in de staart van het plugje, wat voor een zeer bescheiden geluid zorgt.



Ik heb inmiddels ook bij een enkele Nederlandse hengelsport zaak de Patchinko 100 kunnen ontdekken, maar in Franse en Engelse webshops is deze ruim voorradig. Goedkoop is het plugje zeker niet, maar goed, een oppervlakte plug verspelen gebeurd gelukkig niet zo vaak. Naar mijn mening is de Patchinko 100 absoluut een plug die de moeite waard is. 

vrijdag 8 februari 2013

Heddon Chug’n Spook


Een van de kunstaas merken met een grote historie is zonder meer het Amerikaanse Heddon. Eind jaren 1890 (!) vervaardigde James Heddon zijn eerste houten pluggen, en in 1902 werd de Heddon Company opgericht. In die begin jaren werd alles met de hand gemaakt en was hout het basis materiaal. Heddon ontwikkelde zich tot een grote speler op kunstaas gebied, en in hun top jaren rond 1950 produceerden ze maar liefst 12000 pluggen per dag, en werden ook hengels en molens in het assortiment gevoerd. Op het hoogtepunt van het succes, in 1955, werd het familie bedrijf verkocht, en is nadien vele malen doorverkocht, om te eindigen bij een groot Amerikaans concern (EBSCO), waar Heddon ook nu nog steeds ondergebracht is.


In 1932 werd plastic als materiaal geïntroduceerd, in die tijd nog van relatief slechte kwaliteit, maar dat zou snel verbeteren. Uit die tijd komt ook de roemruchte naam “Spook”, die in zowel het Engels als Nederlands dezelfde betekenis heeft. De naam “Spook” kwam voort uit de transparante kleurstellingen die met de introductie van het plastic als basis materiaal hun intrede deden. Niet dat alle Spooks (deels) doorzichtig zijn overigens; “Spook” is een merknaam geworden, en bij pluggen die (deels) doorzichtig zijn gebruikt Heddon, zoals de meeste andere kunstaas fabrikanten, de aanduiding ‘ghost’ als onderdeel van de kleur stelling.

In 1939 werd de legendarische Zara Spook geïntroduceerd, een oppervlakte plug die nog altijd (!) gemaakt wordt, en aan de basis stond van de huidige uitgebreide “Zara Spook familie”, om er een paar te noemen: de Rattlin’ Spook, de One Knocker Spook, en ongetwijfeld de bekendste van allemaal in zeebaars land, de Super Spook. De Super Spook is al vele jaren op de markt en nog altijd een geliefd stukje kunstaas voor velen. Zo heb ik een aantal van mijn allereerste oppervlakte zeebaarzen aan de Super Spook Jr gevangen, een plugje wat nog ik nog steeds steeds regelmatig in mijn kunstaas tas stop.


Begin 2012 is de Heddon Chug’n Spook geïntroduceerd. Ook het design van de Chug’n Spook is gebaseerd op dat van de Zara Spook en heeft dus ook die typische sigaar vorm. De Chug’n Spook is een spitting stickbait, en de concaaf uitgeholde voorzijde is dan ook het meest opvallende in vergelijking met andere pluggen uit de Zara Spook familie. De plug laat zich prima walk-the-dog binnen vissen, waarbij de concaaf aan de voorzijde zorgt voor wat opspattend water bij iedere beweging. De geluidsdrager in de Chug’n Spook is een zogenaamde one-knocker; een enkele grote kogel in het achter lichaam die zorgt voor een relatief laag geluid. In en een aparte kamer zit ook een 2e kogel, maar die zit opgesloten zodat deze geen geluid maakt, en is alleen bedoeld voor de gewichtsbalans van de plug. Met zijn 4 7/8inch, oftewel 12,4 cm, en 28 gram is de Chug’n Spook een forse plug, een prima optie dus voor met name winderige condities met een fikse golfslag. De Chug’n Spook is beschikbaar in zowel een zoetwater als een zoutwater versie, het enige verschil tussen de zoetwater en zoutwater variant zit in de dreggen.


De Heddon Spooks hebben een plezierige bijkomstigheid voor wat betreft hun prijsstelling; ze zijn relatief goedkoop, zeker in vergelijking met pluggen van Japanse makelij. Voor zo’n 7 US$, oftewel iets meer dan 5 Euro is de Chug’n Spook te koop bij tal van webshops, zoals bijvoorbeeld tacklewarehouse, en ook op ebay zijn regelmatig gunstig geprijsde exemplaren te vinden. Een paar Euro’s verzendkosten erbij, en je een prima plug in huis voor relatief weinig geld. En dat voor een plug die in 2012 zijn vang kracht al mee dan bewezen heeft voor zowel de Amerikaanse Black Bass op het zoete, als voor de Striper op het zoute water. Of deze plug ook effectief is voor onze zeebaars zal de tijd leren, maar ik heb zeer sterke vermoedens van wel. 


zaterdag 26 januari 2013

Shimano Vanquish


Na wat wikken en wegen eind vorig seizoen de knoop doorgehakt en besloten om een nieuw spinmolentje aan te schaffen. Doel was een lichte spinmolen, die een slagje kleiner dan mijn Daiwa 3000 molens moest zijn, maar met behoud van een inhaalsnelheid van minimaal zo’n 75cm om met de meeste pluggen nog redelijk goed uit de voeten te kunnen. Mijn oog viel al snel op de nieuwe Shimano Vanquish C3000 molen, een meer dan schitterend molentje met een specificatie die perfect past bij waar ik naar op zoek was.


De Shimano Vanquish range is vrij uitgebreid, hoewel er in Europa slechts 2 worden gevoerd, bestaat de range uit 12 modellen, van een 1000 tot en met 4000 model, met diverse varianten in high-gear en low-gear (voor een volledig overzicht, klik <hier>). Keuze volop dus, maar mijn oog viel dus op de C3000, die inmiddels ook in Nederland verkrijgbaar is.  

De specs van dit ‘award’ winnende molentje (“Best fixed Spool Reel” op de EFFTEX in Parijs 2012) mogen er zijn. De C3000 weegt slechts 195 gram, het lage gewicht is verkregen middels het toepassen van een magnesium composiet (body) en het verbeterde C14+ carbon (rotor).  Het resultaat is dus een zeer lichte molen met een hoge stijfheid, zout water bestendig en afwasbaar. De molen is wat kleiner dan mijn Daiwa’s;  de “C” voor de 3000 klasse aanduiding staat voor ‘compact size body’, de body heeft de grootte van de Shimano 2500 klasse met een spoel maat van de 3000 klasse. De Vanquish C3000 heeft een inhaalsnelheid van 76cm; in mijn visie ideaal voor de oppervlakte visserij en acceptabel voor duikende pluggen.

Ik ga de molen opspoelen met een dunne ronde 8-braid lijn, en gebruiken in combinatie met lichte spinhengels. Met name samen met mijn Yamaga Blanks Ballistick 81/12, een spinhengel van 2.40m lengte die eveneens een zeer laag eigen gewicht heeft van slechts 112 gram.  Naar mijn mening vormt dit een combinatie die prima in balans is. Die balans kan overigens weg zijn als een dergelijke lichte molen gecombineerd wordt met een wat (te) zwaardere hengel. De hengel kan dan de neiging krijgen om ‘voorover te hangen’ in de top omdat het ‘tegenwicht’ van de molen niet meer in verhouding is, de balans is dan weg en dat voelt niet echt lekker als je staat te vissen.

De Shimano Vanquish C3000 ziet er in ieder geval fantastisch uit, ik kijk er al naar uit om mee te gaan vissen. 


maandag 21 januari 2013

Snelheid en actie van de oppervlakte plug


Ieder voorjaar, als de watertemperatuur de 14 graden C is gepasseerd en richting de 15 graden kruipt, gaan steevast de oppervlakte pluggen in mijn tas. Afhankelijk van hoe koud of warm de late winter en vroege voorjaar zijn geweest, is dat meestal zo rond eind mei/begin juni. Een zeebaars vangen op kunstaas is sowieso geweldig, maar een zeebaars vangen aan de oppervlakte voegt daar nog een dimensie aan toe en is ronduit spectaculair. De techniek voor de oppervlakte visserij is niet moeilijk, en met even oefenen heb je dat redelijk snel onder de knie. Meest gebruikelijk is de walk-the-dog techniek, waarmee de plug al zigzaggend met een relatief rustige gang over het wateroppervlak loopt. Echter, de variatie waarmee je dit kunt doen is groot, en naar mijn mening direct gerelateerd aan beet krijgen of juist niet.


Er zijn 3 zaken die de animatie van de plug bepalen, dus die bepalen hoe de plug zich over het water beweegt. Ten eerste de plug zelf; om maar eens 2 uitersten te noemen; een sliding stickbait (oppervlakte plug die zich horizontaal over het wateroppervlak beweegt zonder verticale op-en-neer beweging) of een popper, maakt nogal wat verschil. Ten tweede de actie die je de plug meegeeft met je hengeltop, en ten derde de snelheid –dus de snelheid van draaien met je molen- waarmee je de plug binnen vist. Als de plug keuze is gemaakt, dan zijn  het dus actie en snelheid die de animatie van die plug bepalen, en zijn derhalve de twee variabelen waarmee diverse technieken uit te voeren zijn. De afgelopen jaren heb ik heel veel geëxperimenteerd met actie en snelheid combinaties, en als ik simpelweg naar de statistieken kijk, dan komen er toch een paar heldere conclusies uit m.b.t. wat onder diverse omstandigheden wel en wat niet, c.q. minder goed, werkt. Een opmerking moet hierbij geplaatst worden, ik vis niet tot nauwelijks met echte poppers, maar hoofdzakelijk met stickbaits, onderstaande heeft dan ook daar betrekking op.

Als je artikelen over de oppervlakte visserij op zeebaars in specifieke zeebaars tijdschriften doorleest, zoals bijvoorbeeld de Franse tijdschriften Loup-et-Bar of  Pêche-en-Mer, dan lees je veelal dat de meest effectieve snelheid van binnen vissen relatief ‘langzaam’ is, en bovendien een sleutel is tot succes. Ik kan dat zeer zeker beamen; ik verbaas me wel er eens over hoe ik aan de waterkant sommige andere zeebaarsvissers hun oppervlakte pluggen zie binnen vissen. Er wordt soms bijna net zo snel gedraaid als met duikende pluggen, met als gevolg dat de plug als een speedboot over het wateroppervlak gaat. En zeker bij rustige weersomstandigheden is dat meestal veel te snel. Kun je dan op deze manier geen beet krijgen?, dat wel, maar de kans wordt veel kleiner.


Zoals gezegd, ik heb ontelbare malen geëxperimenteerd; alleen, maar ook vaak als ik samen met Charles stond te vissen. Beiden dezelfde plug, beiden met een gelijkmatige walk-the-dog actie, maar waarbij de een langzaam en de ander sneller binnen draait. De verschillen zijn verbluffend; overduidelijk levert de langzame gang (veel) meer aanbeten op. Het gaat overigens niet altijd op, met name bij wat ruwere weersomstandigheden kan een iets sneller binnen vissen meer aanbeten opleveren, maar in 90% van de gevallen is relatief langzaam draaien effectiever. En langzaam is soms echt zeer traag, daar kom ik zo meteen nog even op terug. Maar eerst de actie die je aan de plug geeft.


De actie die je de plug met je hengeltop meegeeft is het tweede element die de animatie van de plug bepaalt. Meest bekende technieken zijn walk-the-dog en long-slide, al dan niet in combinatie met stop-and-go, waarbij de continue actie even kort wordt onderbroken. Je kunt een walk-the-dog actie rustig uitvoeren, waarbij de plug een brede zig-zag beweging laat zien en dus mooi wijd uitslaat, of heel snel met je hengeltop tikken, waardoor de zig-zag beweging korter en sneller wordt, en de plug minder wijd uit slaat. Let wel, dit heeft niets met de snelheid van binnen vissen te maken, ik heb het hier over de zig-zag actie die je de plug geeft met je hengeltop. Zowel een snelle zig-zag actie (snel tikken met de hengeltop) of een langzamere actie (langzamer tikken met de hengeltop) kunnen effectief zijn.



Om de diverse combinaties te maken met snelheid van binnen vissen en de actie die je de plug met je hengeltop meegeeft, moet je deze 2 variabelen in de praktijk los van elkaar toepassen. Echter, wat vaak (onbewust) gebeurd is dat deze 2 variabelen gecombineerd worden tot een geheel; met andere woorden: ongemerkt ontstaat een bepaalde 'cadans' waarbij de snelheid van draaien van de molen min of meer in verhouding komt met het ritme van het tikken met de hengeltop. Dit voelt erg natuurlijk aan en is op zich prima, en veelal zal dit succesvol zijn, maar als je dit los kunt laten dan ontstaan er nieuwe mogelijkheden, die bovendien dressuur doorbrekend kunnen zijn. Het kost enige oefening, maar als je deze cadans dus los kunt laten, dan kun je echt spelen met de variabelen actie en snelheid. Ik zal een paar voorbeelden geven; geen theoretisch voorbeelden, maar voorbeelden uit de praktijk, die ik zelf heb ondervonden.

In de eerste jaren van de oppervlakte visserij, dus zeg maar tot en met 2008, waren een zowel relatief rustige snelheid en actie zonder meer doeltreffend. Je vist dan dus in een bepaalt ritme van draaien en tikken met de hengeltop, waardoor er een cadans ontstaat zoals hier boven beschreven. Andere animaties werkten ook, maar gaven geen duidelijk ander beeld met betrekking tot meer of minder aanbeten. Echter, de jaren er na was dit duidelijk wel het geval. Met name in 2009 bleek een tragere actie, dus minder snel tikken met de hengeltop in combinatie met dezelfde rustige snelheid (veel) effectiever dan de meer reguliere walk-the-dog actie van de jaren hiervoor, in ieder geval voor mijn visserij.


En in de afgelopen 2 seizoenen bleek juist een zeer snelle actie, dus snelle korte tikken met de hengeltop die heel snel achter elkaar worden uitgevoerd, in combinatie met tergend langzaam binnen vissen het meest effectief, vooral in het naseizoen. Hiermee wordt dus echt een andere animatie gecreëerd; de plug maakt snelle korte zig-zag bewegingen en slaat minder ver uit naar links en rechts, de plug krijgt immers de kans niet om ver uit te slaan bij korte snelle tikken, en dit dus in combinatie met zeer langzaam binnen vissen. Om even aan te geven hoe langzaam; soms draai ik zo langzaam met mijn molen dat ik alleen maar zorg dat de lijn strak blijft; de stroming bepaalt dan grotendeels de snelheid van de plug. Het afgelopen seizoen was wat taai voor de oppervlakte visserij, maar deze laatste animatie was zonder meer dé sleutel tot succes voor de keren dat het wel lukte. Al kan dat overigens volgend seizoen weer helemaal anders zijn.


Zo stond ik twee seizoenen geleden op een avond naast een andere visser die evenals ik met oppervlakte pluggen stond te vissen. Hij stond er al even en had nog geen aanbeet gehad, ik wist vrij snel een tweetal baarzen van in de 40cm te vangen, en de man kwam een praatje maken en vroeg met wat voor een plug ik viste. Ik viste met een Ima Skimmer, die had hij niet; ik had nog een Skimmer in mijn tas en bood aan die eens te proberen. Hij viste vervolgens een half uurtje met deze Simmer, maar kreeg echter geen beet terwijl ik er nog een paar wist te vangen. Het grote verschil zat in de snelheid van binnen vissen; hij draaide veel en veel sneller binnen dan ik; naar mijn mening veel te snel, zeker gezien de rustige omstandigheden van die avond.



Niet alle pluggen lenen zich even goed voor alle actie en snelheid combinaties, maar de meeste wel. Met vele gangbare pluggen zoals de LC Sammy en Gunfish, Ima Skimmer, MB Dog-X, en nog veel meer zijn de diverse combinaties prima uit te voeren. Wat helpt is een molen met niet te hoge inhaal snelheid. Mijn beide Daiwa’s hebben een inhaalsnelheid van zo’n 81cm, een goed compromis voor zowel duikende als oppervlakte pluggen. Maar voor de oppervlakte visserij kun je prima, wellicht zelfs beter, uit de voeten met een molen met een lagere inhaalsnelheid.

Al met al, als bovenstaande allemaal wat complex of te ver gezocht lijkt, in 90% van de gevallen geeft een relatief lage snelheid waarbij de plug in een rustige gang over het wateroppervlak loopt zonder meer de grootste kans op succes. Ik probeer echter graag van alles uit en ben in ieder geval nog lang niet uitgeëxperimenteerd; volgend seizoen kan alles weer anders zijn en gaan we weer op zoek naar de meest effectieve animatie van de plug.