zondag 25 maart 2012

O.S.P. Rudra

De Rudra is verre van een nieuwe plug uit de stal van Osprey Spiritual Performer, sterker, deze plug is eerder een oud gediende die alweer heel wat jaren op de markt is. De Rudra is echter voor velen een nog onbekend stukje kunstaas, en moet het in Nederland wat populariteit betreft afleggen tegen  meer gangbare pluggen van onder meer Rapala, Lucky Craft en Megabass. Onbekend maakt onbemind, maar de Rudra is een plug die mijn inziens zeker de moeite waard is. De OSP Rudra kent een drietal basis uitvoeringen; een SP (suspended), F (Floating) en S (sinking) type.  Hiernaast is er ook nog een Rudra Spec2 130SF uitvoering, Silent Floating, een stille plug waarbij de kogels zijn gefixeerd in de body.

De meest gangbare is de 130SP. Ik vis nu een aantal jaren met de Rudra 130SP en heb daar ieder seizoen toch een aantal mooie baarzen mee weten te vangen.  Als je de Rudra 130SP in je handen hebt, dan is het toch wel een forse plug met zijn 20 gram 130mm. En zeker bij winderige condities is een hengel met power geen overbodige luxe om de plug goed weg te zetten. Zelf gebruik is deze plug vaak icm met mijn Tenryu Rod Bar, een werpkanon die het beste tot zijn recht komt met dit soort pluggen.


De Rudra werpt erg goed, en het weight-shift systeem werkt perfect waardoor ook bij fikse wind tegen de plug goed is weg te zetten.  Hiernaast heeft de plug een zeer agressieve actie, je voelt met je hengel tijdens de retrieve de plug fel door het water bewegen. Het is een echte jerkbait, dus heel veel variatie mee te geven door afwisselend jerkend en straight retrieve binnen te vissen. OSP geeft een duikdiepte op tot 6 feet, oftewel zo’n 180cm, maar mijn ervaring is dat de plug net wat ondieper loopt zo rond de 120-150 cm.


Ik heb deze winter ook een Rudra 130SF aangeschaft, de stille floating variant dus, de kogels zijn hier gefixeerd, de plug wordt daardoor stil, wat soms net het verschil kan maken tussen wel of geen aanbeet krijgen. De keerzijde hiervan is dat er dus geen weight-shift systeem in de plug aanwezig is, waardoor deze SF uitvoering wat minder goed/ver zal werpen, maar dat ga ik het komende seizoen eens uitgebreid testen.

zondag 18 maart 2012

Zeebaars in Japan


Japan heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot de absolute nummer 1 als het gaat om materiaal voor de zeebaarsvisserij. Of het nu gaat om spinhengels, molens, lijnen of pluggen, vele roemruchte merken hebben vanuit Japan de wereld veroverd. Voordat merken zoals Ima, Duo, Daiwa etc. iets op de markt zetten, worden de diverse prototypes eerst lokaal getest en langdurig uitgeprobeerd. En dat testen betekent dus vissen, en veelal gericht op de Japanse zeebaars. Voor mij aanleiding om hier eens in te duiken en de Japanse zeebaars eens wat nader te bekijken, en te onderzoeken of er wezenlijke verschillen zijn met onze Europese zeebaars.  
Om te beginnen, Japan is zo’n 9x groter dan Nederland, bestaat uit 3 grote en zo’n 3000 kleine eilanden, en al die eilanden creëren een meer dan 29000 kilometers lange kustlijn. Langs deze gigantisch lange kustlijn komen niet één, maar drie soorten zeebaars voor. De bekendste is de Maru-suzuki (Lateolabrax japonicus), aan deze soort wordt over het algemeen gerefereerd als gesproken wordt over de Japanse zeebaars. Deze soort komt bijvoorbeeld voor in Tokyo Bay, waar op ondermeer youtube vele filmpjes over zijn te bewonderen. De tweede soort is de Hira-suzuki (Lateolabrax latus), oftewel de Blackfin seabass, deze komt uitsluitend voor in de zuidelijke helft van Japan. De derde en laatste is een exoot in de Japanse wateren, de Tairiku-suzuki  (Lateolabrax maculatus), ook wel Chinese spotted seabass genoemd. Deze laatst soort komt van oorsprong niet in de Japanse wateren voor, maar is in Japan vanuit China geïntroduceerd door en voor de viskwekerijen als productie- en consumptievis. Een aantal ontsnapte exemplaren hebben zich voortgeplant en zo is dus een Japanse populatie Chinese spotted seabass ontstaan.
Japanse Zeebaars (Maru-suzuki). Foto: Disturbed Anglers

Alle drie genoemde in Japan voorkomende zeebaarzen behoren tot de familie der Aziatische zaagbaarzen (Lateolabracidae), de Aziatische zaagbaarzen behoren tot de familie der 'baarsachtigen' (Perciformes) waartoe ook de Europese zeebaars (Dicentrarchus labrax) behoort. Verre verwantschap bestaat dus, maar laten we eens kijken naar wat typische kenmerken en verschillen.
Er zijn heel veel overeenkomsten tussen de Europese en de Japanse zeebaarzen; zo kunnen alle drie de genoemde soorten een maximale lengte bereiken van circa 40 inch, dus ruim 1 meter. Ze kunnen een gewicht bereiken van circa 10 – 13 kg.  Het Japanse record voor de Japanse zeebaars (Maru-suzuki) is 13,1 kg en voor de Blackfin zeebaars 10,9 kg. En hoewel voor wat betreft maximale lengte vergelijkbaar, lijken de Japanse zeebaarzen wat gewicht betreft net wat zwaarder te zijn dan onze Europese zeebaars (NR is 8,9 kg). De Japanse zeebaars (Maru-suzuki) en de Spotted zeebaars (Tairiki-suzuki) hebben een enigszins langgerekt en gecomprimeerd lichaam, met relatief grote bek en onderkaak en een iets gevorkte staart. Deze twee baarzen lijken op elkaar, met name de donkere ‘spots’ op de rug van de Tairiki-suzuki  zorgen dat ze goed uit elkaar te houden zijn. Het lichaam van de Blackfin zeebaars is wat hoger en meer gedrongen. Er zijn nog een aantal verschillen, zo heeft bijvoorbeeld de Japanse zeebaars (Maru-suzuki) 12 tot 15 rugvin stekels, en de Blackfin zeebaars 12 rugvin stekels, wat meer dus dan onze Europese zeebaars die 8 of 9 stekels heeft. De Blackfin heeft verder een zilver voorkomen, terwijl zijn Japanse broer is wat donkerder is. Al met al zijn er ondanks wat uiterlijke verschillen, zeer zeker ook veel overeenkomsten te zien tussen onze zeebaars en haar Japanse neven.
Blackfin zeebaars (Hira-suzuki). Foto: Disturbed Anglers

Naast uiterlijke overeenkomsten, zijn er ook overeenkomsten in gedag; zoals ook onze zeebaarzen, jagen haar Japanse verwanten op onder meer kleine vis, terwijl ook het voortplantingsgedrag overeenkomsten heeft. Op alle drie in Japanse wateren voorkomende zeebaarzen wordt fanatiek met kunstaas gevist. De Japanse zeebaars (Maru-suziki) en de Spotted variant (Tairiku-suzuki) worden belaagd in de vele Japanse estuaria, riviermondingen en vanaf de rotskusten en stranden. De Blackfin seabass laat zich voornamelijk direct aan zee vanaf de rotskusten verleiden, waarbij met name ruigere weersomstandigheden helemaal top zijn. Het zal duidelijk zijn dat zeker deze laatste visserij behoorlijk wat eisen stelt aan het materiaal, en pluggen zoals bijvoorbeeld de Duo Tide Minnow zijn ook hier helemaal top. De grote kunstaas merken voor de Japanse zeebaarsvisserij zijn met name DUO, IMA, Tackle House, DUEL, Shimano en Daiwa. Gemiddelde verwachtte zeebaars grootte bij de Japanse zeebaars kunstaas visserij is zo tussen de 50-70cm. En net zoals bij ons, als een Japanse hengelaar een 80+ baars landt, dan heeft ook hij een grote glimlach op zijn gezicht.
Al met al zijn er dus zeer veel overeenkomsten tussen de Europese zeebaars en haar Japanse varianten. Van de drie soorten lijkt de Japanse zeebaars (Maru-suzuki) wellicht het meest op onze zeebaars, met name vanwege de voorkeur van deze soort voor het fourageren in zeearmen en riviermondingen. Met name de Japanse zeebaars (Maru-suzuki) en de Blackfin zeebaars zijn zeer hoog aangeschreven sportvissen, die naast hun waarde voor de sportvisserij ook een hoge commerciële waarde hebben.
Drie soorten zeebaarzen, een ongelooflijke lange kustlijn met zeer vele mogelijkheden, en een hoge populariteit van de sportvisserij in een land met grote innovatie kracht; geen wonder dat de Japanse materialen voor de zeebaarsvisserij hoogtij vieren.
Voor deze post zijn diverse algemeen openbare artikelen geraadpleegd, en is advies ingewonnen bij Jerremy Akiyama van Disturbed Anglers. Jerremy is specialist in de visserij op de Blackfin Seabass. Ik dank Jerremy hartelijk voor zijn support en het beschikking stellen van de foto’s.
Jerremy van Disturbed Anglers met een 85+ cm Blackfin Zeebaars.
Foto: Disturbed Anglers

dinsdag 13 maart 2012

New stuff; Duo Bay Ruf



Vorige week een 2-tal nieuwe oppervlakte plugjes binnen gekregen; Duo Bay Ruf Manic 95 en 115. Oppervlakte pluggen van respectievelijk 8 en 16 gram, sinking en met een zeer slank profiel. Mooi afgewerkte stukjes kunstaas met een wellicht wat opmerkelijke actie. Deze pluggen laten geen typisch zig-zag beweging zien bij het binnenvissen, maar gaan zonder ogenschijnlijke actie gewoon recht uit. Schijn bedriegt echter, want er zit wel degelijk een zeer subtiele actie in de plug. De plug heeft een nauwelijks waarneembare ‘rolling’ actie, dus rolt tijdens het binnenvissen als het ware lichtjes heen en weer om zijn eigen as, zonder van links naar rechts uit te slaan. Op youtube zijn verscheidene filmpjes van de Bay Ruf Manic te vinden, maar deze <click> geeft de typische actie erg goed weer.

Beide pluggen produceren een bescheiden laag geluid middels een enkele kogel in de krappe geluidskamer. Duo schrijft de Bay Ruf Manic verder zeer goede werpeigenschappen toe, wat ik zonder er mee gegooid te hebben onmiddellijk aanneem afgaande op de vorm en gewicht van de plugjes, met name voor wat betreft de 115. Ik ben benieuwd of met deze stukjes kunstaas ook onze zeebaarzen te verleiden zijn.

donderdag 1 maart 2012

Xorus Frosty

Als top-water fanaat in optimo forma, hebben oppervlakte pluggen mijn boven gemiddelde aandacht. Ik experimenteer graag met allerhande surface pluggen, en hoewel er veel pluggen zijn die het voor mij ‘goed doen’, is het zeker niet zo dat alles even goed werkt. In vissessies waarin je dan eens iets nieuws uitprobeert, grijp je snel terug naar je bewezen pluggen als aanbeten uitblijven. Een van die pluggen die thuishoort in dit rijtje en zich keer op keer bewijst als een top plug, is voor mij de Xorus Frosty.

Het ontwerp van dit plugje is, net zoals dat van de Patchinko uit dezelfde stal, toe te schrijven aan Ultimate Fishing. Dit Franse team weet keer op keer Japanse kwaliteit te koppelen aan Europees design en Europese condities, de Europese (rode) Tenryu hengel lijn is hier wellicht het beste voorbeeld van. Het design van de Frosty lijkt op dat van de Patchinko, en is zeker niet alledaags in vergelijking met vele andere pluggen. De Frosty is een lange slanke plug van 125 mm met een gewicht van 16 gram. Wat opvalt, zijn de Decoy dreggen, en dan voornamelijk de buikdreg van de plug. Om te beginnen is deze wat verder naar achter geplaatst dan bij de meeste andere pluggen, en, deze buikdreg heeft een zogenaamde T-shape (Decoy T-S21), dus een vlakke kant. De Frosty heeft een tweetal geluidsdragers, 2 kleine kogeltjes in het buikgedeelte zorgen voor de hoge tonen en een zacht tikkende grotere kogel in de staart voor een zachte lage toon.

Het resultaat van dit staaltje plug design mag er zijn, om te beginnen werpt de plug echt fantastisch. Grote afstanden zijn te bereiken, en dat geldt zonder meer ook voor winderige condities. De plug werpt strak en in een rechte lijn naar waar je hem wilt hebben. Ten tweede de actie van de plug; de plug is een zogenaamde spitting stickbait, zeg maar een soort hybride tussen een normale stickbait en een popper. De platte, licht concaaf gevormde voorkant van de plug zorgt er voor dat bij iedere zigzag beweging wat water wordt opgespat. De mate waarin dit opspattende water optreedt is te beïnvloeden door de manier van binnenvissen. Zowel de vorm als de actie van de Frosty heeft wel wat weg van de Patchinko, maar, om de Frosty een ‘kleine Patchinko’ te noemen, is voor mij toch wat te kort door de bocht. En zeker als je er mee gaat vissen, dan zijn er behoorlijke verschillen.

De Frosty laat zich goed binnenvissen, sommigen vinden een walk-the-dog van de grotere Patchinko eenvoudiger te bewerkstelligen, of, anders gezegd, de Frosty wat lastiger om de goede actie te geven, maar persoonlijk merk ik daar niet zo veel verschil tussen. Interessanter zijn de condities waarin naar mijn mening de Frosty het meest effectief is en het beste ingezet kan worden. In de Ultimate Fishing catalogus, en diverse websites, wordt de Frosty gepositioneerd als “the king of calm water”, dus voor moeilijke omstandigheden met geen wind en weinig stroming. Nou is “calm water” een relatief begrip; ik stel me “calm water” aan de Atlantische Oceaan kust of langs het Kanaal heel anders voor dan bijvoorbeeld langs de Oosterschelde dijken. Onder dergelijke stille omstandigheden ga ik meestal subtieler te werk, met veelal kleinere plugjes voorzien van ingetogen geluidsdragers. Ik mag me gelukkig prijzen dat ik al heel wat baarzen met mijn Frosty’s heb kunnen verschalken, maar vrijwel nooit op dit soort dagen. Mijn ervaring is eerlijk gezegd bijna het tegenoverstelde dan waar de Frosty voor aangeprezen staat. Voor mij zijn de Frosty’s vooral effectief op dagen met een fiks briesje en mooie stroming, dus dagen met minimaal een fikse kabbel en behoorlijke deining op het water.

Persoonlijk vis ik de Frosty op 2 manieren binnen; op dagen met een fikse kabbel en stroming met een walk-the-dog techniek met relatief wat langere slag (dus tussen walk-the-dog en long-slide in), en wanneer het allemaal wat ruwer is en er een fikse golfslag staat, dan ga ik over tot een long-slide techniek die ik vrij agressief inzet, waarbij dus behoorlijk wat opspattend water optreedt bij iedere zigzag beweging. Ik heb geweldige visdagen mogen beleven met de Frosty, en heel wat keren heeft de Frosty mijn visdag ‘gered’. Sessies waarbij een 1 ½ uur gooien met allerhande pluggen niets opleverde, er een windje opstak, en ik de Frosty nog maar eens probeerde, zeg maar als een soort ‘press bait’, waarna er alsnog een paar mooie baarzen geland konden worden. De Xorus Frosty is een plug waar ik echt helemaal lyrisch over ben.