zaterdag 26 januari 2013

Shimano Vanquish


Na wat wikken en wegen eind vorig seizoen de knoop doorgehakt en besloten om een nieuw spinmolentje aan te schaffen. Doel was een lichte spinmolen, die een slagje kleiner dan mijn Daiwa 3000 molens moest zijn, maar met behoud van een inhaalsnelheid van minimaal zo’n 75cm om met de meeste pluggen nog redelijk goed uit de voeten te kunnen. Mijn oog viel al snel op de nieuwe Shimano Vanquish C3000 molen, een meer dan schitterend molentje met een specificatie die perfect past bij waar ik naar op zoek was.


De Shimano Vanquish range is vrij uitgebreid, hoewel er in Europa slechts 2 worden gevoerd, bestaat de range uit 12 modellen, van een 1000 tot en met 4000 model, met diverse varianten in high-gear en low-gear (voor een volledig overzicht, klik <hier>). Keuze volop dus, maar mijn oog viel dus op de C3000, die inmiddels ook in Nederland verkrijgbaar is.  

De specs van dit ‘award’ winnende molentje (“Best fixed Spool Reel” op de EFFTEX in Parijs 2012) mogen er zijn. De C3000 weegt slechts 195 gram, het lage gewicht is verkregen middels het toepassen van een magnesium composiet (body) en het verbeterde C14+ carbon (rotor).  Het resultaat is dus een zeer lichte molen met een hoge stijfheid, zout water bestendig en afwasbaar. De molen is wat kleiner dan mijn Daiwa’s;  de “C” voor de 3000 klasse aanduiding staat voor ‘compact size body’, de body heeft de grootte van de Shimano 2500 klasse met een spoel maat van de 3000 klasse. De Vanquish C3000 heeft een inhaalsnelheid van 76cm; in mijn visie ideaal voor de oppervlakte visserij en acceptabel voor duikende pluggen.

Ik ga de molen opspoelen met een dunne ronde 8-braid lijn, en gebruiken in combinatie met lichte spinhengels. Met name samen met mijn Yamaga Blanks Ballistick 81/12, een spinhengel van 2.40m lengte die eveneens een zeer laag eigen gewicht heeft van slechts 112 gram.  Naar mijn mening vormt dit een combinatie die prima in balans is. Die balans kan overigens weg zijn als een dergelijke lichte molen gecombineerd wordt met een wat (te) zwaardere hengel. De hengel kan dan de neiging krijgen om ‘voorover te hangen’ in de top omdat het ‘tegenwicht’ van de molen niet meer in verhouding is, de balans is dan weg en dat voelt niet echt lekker als je staat te vissen.

De Shimano Vanquish C3000 ziet er in ieder geval fantastisch uit, ik kijk er al naar uit om mee te gaan vissen. 


maandag 21 januari 2013

Snelheid en actie van de oppervlakte plug


Ieder voorjaar, als de watertemperatuur de 14 graden C is gepasseerd en richting de 15 graden kruipt, gaan steevast de oppervlakte pluggen in mijn tas. Afhankelijk van hoe koud of warm de late winter en vroege voorjaar zijn geweest, is dat meestal zo rond eind mei/begin juni. Een zeebaars vangen op kunstaas is sowieso geweldig, maar een zeebaars vangen aan de oppervlakte voegt daar nog een dimensie aan toe en is ronduit spectaculair. De techniek voor de oppervlakte visserij is niet moeilijk, en met even oefenen heb je dat redelijk snel onder de knie. Meest gebruikelijk is de walk-the-dog techniek, waarmee de plug al zigzaggend met een relatief rustige gang over het wateroppervlak loopt. Echter, de variatie waarmee je dit kunt doen is groot, en naar mijn mening direct gerelateerd aan beet krijgen of juist niet.


Er zijn 3 zaken die de animatie van de plug bepalen, dus die bepalen hoe de plug zich over het water beweegt. Ten eerste de plug zelf; om maar eens 2 uitersten te noemen; een sliding stickbait (oppervlakte plug die zich horizontaal over het wateroppervlak beweegt zonder verticale op-en-neer beweging) of een popper, maakt nogal wat verschil. Ten tweede de actie die je de plug meegeeft met je hengeltop, en ten derde de snelheid –dus de snelheid van draaien met je molen- waarmee je de plug binnen vist. Als de plug keuze is gemaakt, dan zijn  het dus actie en snelheid die de animatie van die plug bepalen, en zijn derhalve de twee variabelen waarmee diverse technieken uit te voeren zijn. De afgelopen jaren heb ik heel veel geëxperimenteerd met actie en snelheid combinaties, en als ik simpelweg naar de statistieken kijk, dan komen er toch een paar heldere conclusies uit m.b.t. wat onder diverse omstandigheden wel en wat niet, c.q. minder goed, werkt. Een opmerking moet hierbij geplaatst worden, ik vis niet tot nauwelijks met echte poppers, maar hoofdzakelijk met stickbaits, onderstaande heeft dan ook daar betrekking op.

Als je artikelen over de oppervlakte visserij op zeebaars in specifieke zeebaars tijdschriften doorleest, zoals bijvoorbeeld de Franse tijdschriften Loup-et-Bar of  Pêche-en-Mer, dan lees je veelal dat de meest effectieve snelheid van binnen vissen relatief ‘langzaam’ is, en bovendien een sleutel is tot succes. Ik kan dat zeer zeker beamen; ik verbaas me wel er eens over hoe ik aan de waterkant sommige andere zeebaarsvissers hun oppervlakte pluggen zie binnen vissen. Er wordt soms bijna net zo snel gedraaid als met duikende pluggen, met als gevolg dat de plug als een speedboot over het wateroppervlak gaat. En zeker bij rustige weersomstandigheden is dat meestal veel te snel. Kun je dan op deze manier geen beet krijgen?, dat wel, maar de kans wordt veel kleiner.


Zoals gezegd, ik heb ontelbare malen geëxperimenteerd; alleen, maar ook vaak als ik samen met Charles stond te vissen. Beiden dezelfde plug, beiden met een gelijkmatige walk-the-dog actie, maar waarbij de een langzaam en de ander sneller binnen draait. De verschillen zijn verbluffend; overduidelijk levert de langzame gang (veel) meer aanbeten op. Het gaat overigens niet altijd op, met name bij wat ruwere weersomstandigheden kan een iets sneller binnen vissen meer aanbeten opleveren, maar in 90% van de gevallen is relatief langzaam draaien effectiever. En langzaam is soms echt zeer traag, daar kom ik zo meteen nog even op terug. Maar eerst de actie die je aan de plug geeft.


De actie die je de plug met je hengeltop meegeeft is het tweede element die de animatie van de plug bepaalt. Meest bekende technieken zijn walk-the-dog en long-slide, al dan niet in combinatie met stop-and-go, waarbij de continue actie even kort wordt onderbroken. Je kunt een walk-the-dog actie rustig uitvoeren, waarbij de plug een brede zig-zag beweging laat zien en dus mooi wijd uitslaat, of heel snel met je hengeltop tikken, waardoor de zig-zag beweging korter en sneller wordt, en de plug minder wijd uit slaat. Let wel, dit heeft niets met de snelheid van binnen vissen te maken, ik heb het hier over de zig-zag actie die je de plug geeft met je hengeltop. Zowel een snelle zig-zag actie (snel tikken met de hengeltop) of een langzamere actie (langzamer tikken met de hengeltop) kunnen effectief zijn.



Om de diverse combinaties te maken met snelheid van binnen vissen en de actie die je de plug met je hengeltop meegeeft, moet je deze 2 variabelen in de praktijk los van elkaar toepassen. Echter, wat vaak (onbewust) gebeurd is dat deze 2 variabelen gecombineerd worden tot een geheel; met andere woorden: ongemerkt ontstaat een bepaalde 'cadans' waarbij de snelheid van draaien van de molen min of meer in verhouding komt met het ritme van het tikken met de hengeltop. Dit voelt erg natuurlijk aan en is op zich prima, en veelal zal dit succesvol zijn, maar als je dit los kunt laten dan ontstaan er nieuwe mogelijkheden, die bovendien dressuur doorbrekend kunnen zijn. Het kost enige oefening, maar als je deze cadans dus los kunt laten, dan kun je echt spelen met de variabelen actie en snelheid. Ik zal een paar voorbeelden geven; geen theoretisch voorbeelden, maar voorbeelden uit de praktijk, die ik zelf heb ondervonden.

In de eerste jaren van de oppervlakte visserij, dus zeg maar tot en met 2008, waren een zowel relatief rustige snelheid en actie zonder meer doeltreffend. Je vist dan dus in een bepaalt ritme van draaien en tikken met de hengeltop, waardoor er een cadans ontstaat zoals hier boven beschreven. Andere animaties werkten ook, maar gaven geen duidelijk ander beeld met betrekking tot meer of minder aanbeten. Echter, de jaren er na was dit duidelijk wel het geval. Met name in 2009 bleek een tragere actie, dus minder snel tikken met de hengeltop in combinatie met dezelfde rustige snelheid (veel) effectiever dan de meer reguliere walk-the-dog actie van de jaren hiervoor, in ieder geval voor mijn visserij.


En in de afgelopen 2 seizoenen bleek juist een zeer snelle actie, dus snelle korte tikken met de hengeltop die heel snel achter elkaar worden uitgevoerd, in combinatie met tergend langzaam binnen vissen het meest effectief, vooral in het naseizoen. Hiermee wordt dus echt een andere animatie gecreëerd; de plug maakt snelle korte zig-zag bewegingen en slaat minder ver uit naar links en rechts, de plug krijgt immers de kans niet om ver uit te slaan bij korte snelle tikken, en dit dus in combinatie met zeer langzaam binnen vissen. Om even aan te geven hoe langzaam; soms draai ik zo langzaam met mijn molen dat ik alleen maar zorg dat de lijn strak blijft; de stroming bepaalt dan grotendeels de snelheid van de plug. Het afgelopen seizoen was wat taai voor de oppervlakte visserij, maar deze laatste animatie was zonder meer dé sleutel tot succes voor de keren dat het wel lukte. Al kan dat overigens volgend seizoen weer helemaal anders zijn.


Zo stond ik twee seizoenen geleden op een avond naast een andere visser die evenals ik met oppervlakte pluggen stond te vissen. Hij stond er al even en had nog geen aanbeet gehad, ik wist vrij snel een tweetal baarzen van in de 40cm te vangen, en de man kwam een praatje maken en vroeg met wat voor een plug ik viste. Ik viste met een Ima Skimmer, die had hij niet; ik had nog een Skimmer in mijn tas en bood aan die eens te proberen. Hij viste vervolgens een half uurtje met deze Simmer, maar kreeg echter geen beet terwijl ik er nog een paar wist te vangen. Het grote verschil zat in de snelheid van binnen vissen; hij draaide veel en veel sneller binnen dan ik; naar mijn mening veel te snel, zeker gezien de rustige omstandigheden van die avond.



Niet alle pluggen lenen zich even goed voor alle actie en snelheid combinaties, maar de meeste wel. Met vele gangbare pluggen zoals de LC Sammy en Gunfish, Ima Skimmer, MB Dog-X, en nog veel meer zijn de diverse combinaties prima uit te voeren. Wat helpt is een molen met niet te hoge inhaal snelheid. Mijn beide Daiwa’s hebben een inhaalsnelheid van zo’n 81cm, een goed compromis voor zowel duikende als oppervlakte pluggen. Maar voor de oppervlakte visserij kun je prima, wellicht zelfs beter, uit de voeten met een molen met een lagere inhaalsnelheid.

Al met al, als bovenstaande allemaal wat complex of te ver gezocht lijkt, in 90% van de gevallen geeft een relatief lage snelheid waarbij de plug in een rustige gang over het wateroppervlak loopt zonder meer de grootste kans op succes. Ik probeer echter graag van alles uit en ben in ieder geval nog lang niet uitgeëxperimenteerd; volgend seizoen kan alles weer anders zijn en gaan we weer op zoek naar de meest effectieve animatie van de plug.

woensdag 2 januari 2013

“Trugkieke” 6: zeebaars seizoen 2012



Het seizoen 2012 zal voor de meeste zeebaars vissers niet in de boeken gaan als een topjaar, en zeker niet voor degenen die vanaf de kant in het Oosterschelde gebied vissen. Uitzonderingen daargelaten die het geluk hadden tegen een goed stekje aan te lopen, al dan niet met bootjes op dieper water konden vissen. Maar al met al was het over de gehele linie aan de matige kant; en volgens sommigen onder ons druk ik me dan nog zeer voorzichtig uit. Velen vragen zich af wat er aan de hand is en ‘begrijpen er niets van’. Het antwoord lijkt echter vrij simpel; jaar in jaar uit worden duizenden kilo’s zeebaars weggevangen; uiteindelijk kan de natuur hier niet tegen op, en ieder jaar worden de zeebaarsbestanden kleiner en kleiner.  We beginnen dit duidelijk te merken en als dit zo door gaat komen allerlei doemscenario’s in beeld…., de enige oplossing is regulering en beheersing die wordt afgedwongen vanuit de Europese Unie, maar dat gaat nog wel even duren vrees ik.

Maar genoeg hier over, ondanks bovenstaande heb ik weer met volle teugen genoten van de zeebaars visserij. Voor mij persoonlijk was het voorjaar ronduit taai, maar met name de tweede seizoenshelft was redelijk en soms zelfs goed.


De eerste seizoenshelft
Zo rond half mei bereikte de zeewater temperatuur de 12 graden grens, en werden in het Oosterschelde gebied de eerste zeebaarzen met kunstaas gevangen. Aan mij waren die eerste baarzen echter niet besteed; het was niet echt mijn voorjaar, met slechts wat scholenbaarzen en een paar missers, waarvan overigens een zeer mooi exemplaar die vlak voor mijn voeten alsnog er vandoor ging. Maar goed, half juni wist ik dan toch de eerste mooie baarzen te vangen, kerngezonde maar tevens nog relatief magere voorjaarsbaarzen. De weken er na werden een aantal zeebaarzen gevangen, maar het was nou niet echt een vetpot.


Stekken
Na die eerste 50+ baarzen half juni ging het niet echt ‘los’, zo af en toe een mooie baars, maar ook vele blanks, beduidend malen meer de ‘0’ dan voorgaande jaren. Stekken die andere jaren steevast baarzen opleverden in het voorjaar/vroege zomer, leken verlaten….  Oei, paniek?, nee hoor, verre van dat, maar je moet dan wel iets ondernemen. Immers, je kunt dan wel stug keer op keer naar diezelfde stekken toe rijden, maar dat schiet dan toch echt niet op. Als je verschillende ‘tij-stippen’ hebt uitgetest, dan weet je op een gegeven moment wel hoe het zit en laat je die stekken maar eens een tijdje links liggen. Andere stekken uitproberen dus; gebruik maken van de door de jaren heen opgedane ervaring, waarbij succes overigens niet gegarandeerd is. Daar gaan weer wel wat uurtjes inzitten, maar dat is niet zo erg, ook dat is een onderdeel van de zeebaars visserij. De voldoening is enorm groot als je na een paar weken van verschillende potentiële stekken uittesten succes hebt. Met name 2 stekken bleken succesvol, de ene iets meer dan de andere, waar ik bovendien gedurende het seizoen nauwelijks iemand ben tegen gekomen.

Materiaal
Gedurende het seizoen heb ik grotendeels 3 van mijn spinhengels gebruikt; mijn Tenryu Rod Bar 270 in combinatie met de Daiwa Certate 3000 voor winderige omstandigheden, en voor het vissen met grotere en zwaardere pluggen in het najaar. Ten tweede mijn Megabass Xör Independence 83iR ML , waarbij ik zowel mijn Certate als mijn Daiwa Exist gebruik, voor het ‘allround spinning’ werk. En ten derde mijn Yamaga Blanks Ballistick 81/12 die samen met mijn Daiwa Exist 3012 een superlichte combinatie oplevert waarmee ik grotendeels de gehele zomer heb gevist. Zodra de omstandigheden het maar enigszins toelaten neem ik deze combinatie mee, werkelijk een genot om mee te vissen.  Volledig voorzien voor alle omstandigheden dus? Ja, eigenlijk wel, al blijven er altijd wel wat ‘wensen’;  een net iets andere lengte of c.w. of wat dan ook; allemaal  niet echt nodig, maar wel leuk.



De tweede seizoenshelft
Na 3 weken vakantie in Juli waarin niet is gevist, brak er toch een leuke tweede seizoenshelft aan; in augustus werden weer wat meer baarzen gevangen, en, wat ik persoonlijk belangrijker vind, minder blank sessies. Werkelijk een paar heerlijke avonden en vroege ochtenden staan vissen met schitterend weer en bovendien tal van aanbeten die baarzen opleverden. Dit is genieten van de bovenste plank. Niet alles werd verzilverd, en als ik de balans opmaak over het afgelopen seizoen dan stel ik vast dat er relatief meer missers waren dan andere seizoenen, maar dat mag de pret niet drukken. In de meeste sessies werden slechts enkele baarzen gevangen, met soms een uitschieter met 4 tot 7 baarzen. Slechts 1 keer in 2012 kon ik ‘dubbele cijfers’ in mijn statistieken schrijven. Dat was andere seizoenen beduidend meer, maar is allemaal voor mij wat minder belangrijk; het is de beleving van de hobby die telt, niet de aantallen.

Duikende pluggen
Waar ik andere jaren ook wel een aantal, vaak nachtelijke, sessies ondernam met softbaits, heb ik dit seizoen uitsluitend met pluggen gevist. Hoewel het zeker niet altijd effectiever is (misschien wel vaker niet…), vind ik het simpelweg leuker. De pluggen visserij blijft me intrigeren; pluggen die het ene jaar helemaal top zijn, blijken het andere jaar ‘niets meer waard’, pluggen die je nieuw aanschaft en hoge verwachtingen van hebt maken het niet waar, en pluggen waar je aan twijfelt blijken het ineens wel goed te doen. Het ene jaar ‘top’ en het andere jaar ‘nop’ lijkt overigens met name voor de oppervlakte pluggen te gelden.  
Voor duikende pluggen ziet mijn 2012 top 3 er als volgt uit:
  1. Met stip op 1: Megabass Vision 110 SW
  2. Duo Tide Minnow 125 SLD
  3. En op de derde plaats: Ima Hound 125F Fang


De Megabass Vision 110 was een aangename verrassing; typisch zo’n plug die zijn kwaliteit al vele jaren heeft bewezen, maar die een beetje in de (mijn) vergetelheid was geraakt en niet al te vaak meer in mijn kunstaas tas belandde. Maar de Vision 110 was voor mij dé plug van de zomer; goed werpend en bovendien zeer stabiel in harde stroming en dit seizoen een top vanger gebleken. Ik vis al heel wat jaartjes met de Vision’s 110, maar nooit eerder leverden die zoveel baarzen op als dit seizoen.

Vanaf September heb ik wat vaker grotere pluggen ingezet, niet alles was succesvol, maar een tweetal pluggen staken er boven uit. Dit waren de Megabass X-140 en de Ima Sasuke 140, met beide pluggen zijn diverse baarzen gevangen.



De oppervlakte
Dan de oppervlakte pluggen, de oppervlakte visserij van dit seizoen is voor mij wat stof tot nadenken. Voor het eerst sinds 2008 heb ik minder met oppervlakte pluggen gevangen dan met duikende pluggen. Ik vis sinds 2007 met de stickbaits, en zonder hoog van de toren te willen blazen is me dat afgelopen seizoenen bijzonder goed afgegaan.  Het schitterende visuele spektakel met vaak spectaculaire aanbeten heeft geleid tot mijn absolute voorkeur voor het vissen met oppervlakte pluggen. Dit seizoen echter heb ik beduidend minder baarzen aan de oppervlakte kunnen vangen dan voorgaande jaren. Ik ben er nog niet helemaal uit waar dit aan ligt; wellicht de andere stekken, of dressuur, of wat dan ook; in ieder geval stof tot nadenken.  Enfin, een top-3 kan ik dit jaar niet echt opstellen, eerder een top-2:
  1. Op 1: Xorus Patchinko 100
  2. En op de 2e plaats: Ima Skimmer

De Xorus Patchinko 100 leverde de meeste en mooiste baarzen op, al moet ik wel zeggen dat die baarzen in slechts een 4-tal sessies in september/oktober werden gevangen. Eén sessie sprong er uit, een fantastische avond eind September, met 7 gevangen baarzen en dito missers, en allemaal met dit slanke plugje. De Ima Skimmer leverde wel minder baarzen in aantal op, maar vanaf eind juni tot aan medio oktober werd er regelmatig een baars mee gevangen, al waren die niet altijd even groot. Verder zijn er op diverse andere pluggen nog baarzen gevangen aan de oppervlakte, bewezen vangers van vorige jaren zoals de Xorus Frosty en Gunfish 95 en wat baarzen op wat nieuwere pluggen, maar al met al onvoldoende om die in een ‘top-3’ te kunnen plaatsen.

Langzaam richting seizoen 2013
Het afgelopen seizoen was over de gehele linie aan de taaie kant, mijn 2e seizoenshelft was redelijk en met momenten goed, maar eerlijk is eerlijk, wel minder dan voorgaande seizoenen. Ik heb  nogal wat zeebaars vissers gesproken die begin oktober nog maar een paar baarzen hadden gevangen, en meer dan ooit was “zeebaars vissen is uren maken” van toepassing. Tevens lijken tal van mensen te zijn afgehaakt; vanaf half Augustus kwam ik nauwelijks nog iemand tegen aan de waterkant.  Aan de andere kant, echt slecht was het nou ook weer niet, en ik ga zeker niet klagen over een slecht jaar.  Ik heb weer met veel plezier gevist dit seizoen; de zeebaars visserij blijft voor mij een fantastische hobby waarin je in een prachtige natuur een uitlaat vindt voor een druk leven.


Het jaar 2012 was tevens het jaar waarin mijn bescheiden blog gestalte kreeg, en dit ‘bloggen’ is me uitstekend bevallen. Erg leuk om zo nu en dan wat op te schrijven over je hobby, waarbij ik me overigens heb beperkt in het aantal vangstberichten, ik heb weinig zin om van alles over me af te roepen waar ik van gruwel.

Het jaar 2012 ligt inmiddels achter ons, we gaan langzaam maar zeker op weg naar seizoen 2013. Nog even de winter door en het voorjaar komt weer in zicht. Voor het volgend seizoen heb ik diverse nieuwe potentiële stekken op het oog om eens te gaan uitproberen, niet allemaal in de Oosterschelde overigens, en wil ik eindelijk eens die strandsessies ondernemen waar het nog steeds niet van gekomen is. In ieder geval  kijk ik uit naar het volgend seizoen!