Het is 31 december, de laatste dag van het jaar, net terug
van een mountainbike rit door de besneeuwde bossen van de Brabantse Wal, zit ik
gedoucht en wel met een kop koffie achter mijn laptop wat terug te blikken op
het afgelopen zeebaars seizoen. Een
seizoen wat voor mij alleszins redelijk was, en daar kom ik begin 2015 nog op
terug, maar 2014 was ook een jaar waarin de ontwikkelingen omtrent Europees
zeebaars beheer in een stroomversnelling leken te komen. Helaas was het
eindresultaat van het debat in de Europese Commissie voor beheersmaatregelen
voor een duurzaam zeebaars bestand ronduit teleurstellend. De bovenmatige
aandacht in tal van media, forums en blogs
deed velen hopen, en hoewel nauwelijks verrassend, is wat er nu op tafel
ligt slechts een doekje voor het bloeden. Nauwelijks verrassend? ; inderdaad,
want alle goede en valide argumenten ten spijt, het zou ronduit naïef zijn om de macht van de
beroepsvisserij lobby te onderschatten, en te denken dat de georganiseerde
sportvisserij middels de EAA, SVN, BASS
en alle andere nationale sportvisserij of specialistische zeebaars organisaties
daar zo gemakkelijk om heen zouden kunnen lopen.
Ieder jaar wordt door de EU advies gevraagd aan
wetenschappelijke visserij instituten zoals ICES, hoe intensief de diverse
visbestanden bevist kunnen worden, zonder ze over de kling te jagen. En ieder
jaar opnieuw, werd en wordt dat advies stelselmatig genegeerd, en worden
voorgenomen beheersmaatregelen uitgesteld en/of worden quota afgesproken die
hoger zijn dan wat volgens de wetenschappers verantwoord is.
Is de visserij sector nou zo belangrijk dan dat dit jaar na
jaar gebeurd? Nou nee, het economisch aandeel van de Europese beroepsvisserij
voor de Europese economie is kleiner dan menigeen denkt, is zwaar
gesubsidieerd, en zou zonder de zware Europese en nationale subsidies
grotendeels failliet zijn.
Hoe is het mogelijk zou je zeggen; een sector die zonder Europees
subsidie geld niet kan overleven, wetenschappers die jaar na jaar de alarmbel
luiden over het voortbestaan van diverse vissoorten, politici die om het hardst
roepen dat het anders moet; en dat terwijl er nauwelijks iets lijkt te
veranderen en overbevissing gewoonweg doorgaat.
Natuurlijk veranderd er wel wat, de EU wil immers de visserij sector
hervormen naar een duurzamere visserij. Een voorbeeld hiervan zijn de discard
maatregelen, het teruggooi verbod van ondermaatse vis (vanaf 1 januari 2015
moet alle gevangen vis worden aangeland worden en telt mee voor de bepaalde
quota; dit betekent dat ongewenste bijvangst zoals te kleine en onverkoopbare
vis niet meer mag worden teruggegooid in zee). Dus veranderingen zijn er zeker,
maar het gaat zo ontzettend langzaam dan het voor veel vissoorten wel eens te
laat zou kunnen zijn.
Het lijkt een onbegrijpelijke tegenstelling; de EU die aan
de ene kant streeft naar een duurzame visserij, maar tegelijkertijd
wetenschappelijk vangstbeperkend advies deels negeert en de beroepsvisserij
grootschalig subsidieert zodat uitgevaren kan worden om complete visbestanden
weg te vangen.
Visserijbeleid wordt gemaakt in Brussel, maar het zijn de
Europese lidstaten die de meeste invloed en macht hebben, en niet de Europese
politici. En hier schuilt de hoofdoorzaak van bovenstaande; de beroepsvisserij
lobby is goed georganiseerd, machtig en heeft uitstekende en vaak jarenlange connecties
met het ambtenaren apparaat van de visserij ministeries van vrijwel alle
lidstaten. En hoewel ministers een
politieke houdbaarheidsdatum hebben en dus komen en gaan, zijn de top
ambtenaren op de relevante ministeries een veel stabielere factor, en sinds
jaar en dag een belangrijke doelgroep van de lobbyisten. Hier moeten de
sportvisserij organisaties op zowel nationaal (zoals SVN) als op Europees
niveau ( de European Anglers Association EAA) tegen zien op te boksen. En dat
is geen eenvoudige zaak. Voor degenen die wat beter willen begrijpen hoe macht en invloed stucturen in de EU werken, check dit wat ouder maar nog steeds relevant artikel uit Nature maar eens.
Bovenstaande gaat zeker ook op voor de zeebaars; ICES
adviseert een vangstbeperking van 80% voor 2015; de EU wil slechts gaan tot 60%
en maakte een voorstel om dit te bereiken. En, zowaar de sportvissers zijn gehoord, van de
uitgebreide set van voorstellen van de EAA om te komen tot een duurzaam
Europees zeebaars beleid hebben de Europese politici er één uitgepikt, welke overigens niet eens in het EAA position paper voor zeebaars beheer is opgenomen; de
baglimit; en stellen een baglimit in van een zeebaars per dag voor
sportvissers. Ik zie het al helemaal voor me hoe de lobbyisten in de diverse
landen hebben ingepraat op de ministeries “natuurlijk moet je ook naar de
sportvissers luisteren, ze begrijpen erg goed dat hun achterban veel vis
weg vangt en vragen zelf om maatregelen, dus een baglimit moet zeker gehonoreerd
worden”.
In diverse media, forums en blogs werd terechte verontwaardiging
geuit over de door de EU voorgestelde maatregelen. Disproportioneel,
onrechtvaardig enzovoort, volledig eens, maar ik las ook vele reacties zoals
‘die baglimit moet van tafel’. Maar
persoonlijk vind ik de baglimit een goede zaak; een zeebaars per dag meenemen
is meer dan genoeg, tenminste, als je een sportvisser bent… Als er een andere motivatie is om meer dan
een vis per dag mee te nemen dan heeft dat m.i. niets met het woordje ‘sport’
te maken. En hoewel de beroepsvisserij verantwoordelijk is voor het leeuwendeel
van de jaarlijkse zeebaars afname, wordt het aandeel van de sportvisserij door
diverse instanties nog altijd ingeschat op zo’n 25%. Met andere woorden, van
iedere 4000 ton die wordt gedood komt 1000 ton voor rekening van het grote Europese
legioen zeebaars sportvissers, en dat moeten we zeker ook onder ogen willen
zien. Overigens, instellen van een baglimit is ‘een’, maar handhaving is ‘twee’,
en dat zal bijzonder lastig zijn. Hoe zal dit geregeld gaan worden? Als die
paar BOA’s dat moeten doen, dan zal er niet veel van terecht komen vrees ik, en
hoe verder richting Zuid Europa, waar nog veel meer dan in ons land een cultuur
heerst van “gevangen vis is eten (of geld), dus meenemen”; hoe lastiger het wordt. Maar dat ter zijde, ik hoop dat de EAA en SVN
geen ‘boter of het hoofd gedrag’ gaan vertonen en hun inspanningen niet richten
op het van tafel krijgen van de baglimit, maar doorgaan met het op de agenda
krijgen van het voorgestelde pakket van zeebaars beheer
maatregelen.
Eind vorig jaar schreef ik al in een blogpost
dat de Fransen en Engelsen ruziën in de Europese Commissie omtrent zeebaars beheer
maatregelen, en dat de sleutel om tot een oplossing te komen in Frankrijk ligt,
en dat is nog steeds zo. De Fransen zijn
nauwelijks bereid water bij de wijn te doen, en als ze al iets willen, dan is
dat maximaal het instellen van een quotum voor zeebaars, waarbij natuurlijk het
overgrote deel naar Frankrijk zou moeten. Al jaren houden de Franse politici iedere
voorgenomen maatregel tegen; de Franse beroepsvisserij lobby is bijzonder
effectief… Vanwege deze onenigheid tussen de lidstaten is in de Europese
Commissie dus geen overeenstemming bereikt, en heeft de Europese Commissie
vervolgens de verantwoordelijkheid weer teruggeschoven richting de individuele
lidstaten. Gevolg: er zal niets gebeuren.
Er is echter een “maar” in het EU besluit; indien de situatie niet verbeterd, dan heeft
de Commissie zich het recht van ingrijpen toegeëigend, en kan alsnog dwingende
maatregelen nemen, als de Commissie vindt dat een nog verder verslechterende
situatie daar om vraagt. Wat dit precies
betekent, wie dit bepaalt, en hoe
effectief dit daadwerkelijk gaat zijn weet niemand. Echter, we gaan er snel
achter komen, want de Engelsen hebben een formeel verzoek
ingediend die een beroep doet op dit recht op ingrijpen van de Europese
Commissie. Persoonlijk zie ik er nog niet veel van terecht komen, maar laten we
hopen dat ik het mis heb.
Al met al niet veel reden tot juichen zo op de valreep van het nieuwe jaar. Maar aan de andere kant zijn er toch zeker ook positieve ontwikkelingen. Meer dan ooit heeft de georganiseerde sportvisserij de aandacht voor het zich aftekenende zeebaars debacle weten te krijgen van zowel de Europese Commissie als van de diverse Nationale overheden. En hoewel het gehoopte succes er nog niet is, ben ik er van overtuigd dat dit er uiteindelijk toch gaat komen. De organisaties die de sportvissers vertegenwoordigen, de EAA en SVN, doen op dit moment de goede dingen. Harder en agressiever optreden, wat hier en daar wel eens geopperd wordt, heeft geen enkele zin, integendeel, dat zou wel eens een averechts effect kunnen hebben. De enige vrees die ik -en velen met mij- heb, is dat het nog verschillende jaren gaat duren voordat echt effectieve maatregelen zijn genomen, en dat dit komt op een moment dat wat er nu nog aan zeebaars bestand bestaat, grotendeels is weggevaagd. Maar goed, waar hoop is, is leven; volharding en nog eens volharding is wat EEA/SVN moeten laten zien en nooit de handdoek in de ring gooien.